Passen en meten met kruiden in productief grasland
Er is geen eenvoudig recept voor het gebruik van graskruiden mengsels in de melkveehouderij. Dat is de gedeelde ervaring van deelnemers aan het praktijkproject Productief Kruidenrijk Grasland.
Op de slotbijeenkomst, op 6 november in de Hazelaarshof in Kekerdom, dankte Pedro Janssen de deelnemers voor hun enthousiasme én hun kritische houding. Pedro is onderzoeker van het Louis Bolk Instituut (LBI) en hij heeft met zijn collega’s veel onderzoek gedaan naar duurzame landbouwmethoden. Hij vindt het belangrijk om samen met de deelnemers te leren van de ervaringen in de praktijk. Eind jaren negentig vroeg LBI al aandacht voor toepassing van productief kruidenrijk grasland. Pas in 2017 werd het instituut in staat gesteld om onderzoek te doen. Er zijn nu nog kennis leemtes op het gebied van bemesting, soort- en raskeuze van grassen en kruiden en van methodes voor de doorzaai van kruiden. De resultaten van dit praktijkproject geven richting aan nader onderzoek.
Eiwit
Veel deelnemers aan het project hebben moeite met de lagere opbrengst van graskruiden. In de intensieve melkveehouderij is het belangrijk dat de koeien voldoende eiwit binnenkrijgen om de melkproductie op peil te houden. Aan het begin van het project vroeg deelnemer Jacco van Haaren zich af of kruidenrijk grasland voldoende kilogram eiwit per hectare op zou leveren (zie blog “Is grasland met kruiden beter voor mijn bodem?”). Nu concludeert hij dat hij geen kruiden wil in permanent grasland. Hij vindt het risico op een lage eiwitopbrengst te groot. Hij schaft liever geen extra eiwit aan via krachtvoer. Dat geeft een ongewenste extra CO2 belasting. Zijn blijvend grasland staat wel vol met klavers. Grasklaver is voor Jacco wel een goede combinatie vanwege het stikstofbindend vermogen van klaver. Hij gaat de graskruidenteelt wel gebruiken in de rotatieteelt. Het voordeel is de mooie opbouw van organisch materiaal in de bodem gedurende de jaren dat de graskruiden op het land staan. Deze toename compenseert de afname van organisch materiaal tijdens de rotatieteelt van maïs op het perceel.
Permanent grasland
Het voordeel van graskruiden in de rotatieteelt werd door meerdere deelnemers beaamt. Minder enthousiasme was er voor de kruiden in permanente graslanden. Deelnemer Herbert Verploegen wil toch een poging wagen. Hij zit met zijn bedrijf op de zware grond in het komkleigebied in het Land van Maas en Waal. Hij heeft daar geen rotatieteelt en ook geen weidegang. Nu staat er cichorei, smalle weegbree en klavers op de proefpercelen. Hij is benieuwd of de kruiden zich de komende jaren weten te handhaven. Andere deelnemers zagen het aandeel kruiden in het tweede jaar al afnemen. Bij afname van kruiden zou de doorzaai een oplossing kunnen zijn. Dat moet dan wel met een speciale zaaimachine gebeuren. De grond moet voldoende los gemaakt worden om de kieming van zaden kans te geven. Pedro ziet kansen en wil in een vervolgproject experimenteren met de inzet van een geavanceerde zaaimachine.
Een ander probleem is de bemesting. De deelnemers vinden het lastig om een goede balans te vinden tussen minder mest en toch een goede productie en eiwitopbrengst. Er is behoefte aan op maat gesneden bemestingsadviezen met een vorm van bemestingskalender (zie ook het blog van september 2024). Het perspectief van een minder hoog bemestingsniveau is gunstig in het licht van de afschaffing van de derogatie. Maar meerdere deelnemers vrezen wel een tekort aan mineralen, met name kalium.
Graskruidenmengsels
Hetzelfde zaadmengsel bleek op verschillende percelen een andere samenstelling van de graskruidenvegetatie op te leveren. Pedro en de deelnemers moeten gissen naar de oorzaken. Is het de kou tijdens de kieming van de zaden, komt het door droogte of juist grote nattigheid of speelt de grondsoort een rol? Pedro benadrukte dat het gunstig is als de zaadleverancier per kruidensoort meerdere rassen toevoegt aan het mengsel. Afhankelijk van de omstandigheden komt het ene of het andere ras beter tot kieming en groei. Nu is het volstrekt onduidelijk wat de samenstelling is. Dat geldt overigens ook voor de soorten en rassen van de grassen. De zaadfirma’s zijn voor smalle weegbree en cichorei niet verplicht dit te vermelden. In een vervolgproject zal daarover met de leveranciers overleg nodig zijn. De kruidenrijk-grasland-campagne van Urgenda en LTO kwam in dit verband ook nog ter sprake. Deelnemers aan deze campagne krijgen korting op de aanschaf van zaadmengsels. Zonder teeltbegeleiding en kennisontwikkeling heeft een individuele boer niet veel aan alléén het zaad. De samenstelling van grassen en kruiden dient afgestemd te worden op de specifieke doelen en omstandigheden.
Positieve effecten
Naast problemen en vraagstukken werden tijdens de slotbijeenkomst mooie positieve ervaringen door de deelnemers gedeeld. De een zag zijn koeien bij voorkeur de stengels van de cichorei verorberen. De ander was verheugd over de groene wei tijdens grote droogte, dankzij de diepwortelende kruiden. Het organische stofgehalte bouwt goed op in de bodem van de graskruidenvegetatie. En tenslotte zijn er ook meer insecten aanwezen. Student Giel Vlieks presenteerde de resultaten van zijn onderzoek naar de aanwezigheid van geleedpotigen in de graslanden. Op productief kruidenrijk grasland komen significant meer geleedpotigen voor dan op gangbaar grasland. Het zijn vooral muggen, vliegen en parasitaire wespen. Het gaat om grotere aantallen (en dus biomassa). Giel heeft het grote aantal dieren niet tot op soortniveau gedetermineerd. Daarom weet hij niet of er ook meer soorten aanwezig zijn (soortdiversiteit). Pedro liet in dit verband weten dat in een ander onderzoek werd vastgesteld dat er tweemaal zoveel soorten in productief kruidenrijk grasland werden aangetroffen dan op regulier blijvend grasland.
De aanwijzingen worden sterker dat met kruiden in productief grasland een hogere biodiversiteit wordt bereikt. Hierdoor lijkt het toch een maatregel te zijn die, ondanks uitdagingen, goed is in te passen op melkveehouderijen terwijl de biodiversiteit verbeterd wordt. De deelnemers aan deze praktijkproef hebben een positief verhaal naar bezoekers aan hun bedrijf en naar de afnemers van de producten. Meer kruiden in het grasland draagt bij aan meer insecten en een completer ecosysteem. De organiserende partijen Living Lab, Via Natura en Ploegdriever hopen nog deze maand duidelijkheid te kunnen geven over een vervolg van dit praktijkexperiment en over een experiment voor akkerbouwers, die willen gaan experimenteren met kruidenrijke randen en stroken.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dit is een bericht van Arno van der Kruis voor het project “Productief Kruidenrijk Grasland” van Living Lab Ooijpolder-Groesbeek en Stichting Via Natura
Kijk voor meer informatie over Living Lab op de website van de Radboud Universiteit.